Gedichten

Zij

Niets had hij om haar te schilderen
enkel haar lichaam die als verf was
In het felste licht schilderde hij
haar verf als een fontein
Een borstel had hij niet
enkel een spons waar hij
het canvas mee inwreef
en waarvan je het resultaat
alleen in een dwaallicht ziet

Beritos

Die ochtend

Doorschijnend geweven nevel
valt op de weide naast de beek
Een reiger stapt vederachtig
als een spook op een groen tapijt
biddend vragend om stilte
De wind laat zich voelen
nevel trekt zich terug
rimpels verschijnen op het water
De stilte is enkel nog een herinnering

Beritos

Tattoo meisje

Ik heb haar gezien
in alle glorie
Er zit een dolfijn
in haar huid geplant
met lichtblauwe vinnen
Juist boven haar bilspleet
speelt hij het liefdesspel mee

Beritos

Vliegen

Ik wil niet
biddend hangen boven velden
nestelen in hoge bomen
gevangen worden voor de kooi

Ik wil wel
hoog vliegen door de wolken heen
het zachte licht tegemoet en
dan duiken naar de warmte
die mij vederlicht maakt

De ziekte

Met woorden kan ik het niet
goed uitgelegd krijgen
Met gebaren doe
ik het verkeerd
Toch wil ik dat iedereen
het probleem inziet en vooral
daar iets aan doet
Het probleem is als een slepende ziekte die
de massa meedrijft naar de diepte
Een zee van woorden wil ik eraan besteden
maar ik verdrink al bij de eerste stap
Het gaat over de hebzucht in onze maatschappij
die moet aangepakt worden
De kudde moet overtuigd worden
voor ze verdrinkt in een zee van ellende

Alleen

Af en toe ben ik graag alleen
zo kan ik verdriet en pijn ordenen en
in schuifjes stoppen
Tot jij mij weer vervoegd en
wij samen de schuifjes ledigen met
een gevoel die ons beiden
onoverwinnelijk maakt

Neerslachtig

Donkere wolken klitten samen
De treurwilg gaat huilen en
de vogels gaan schuilen
De kraaien laten hun geklaag horen
Donkere wolken laten hun tranen vloeien en
regendruppels vallen op mij
Duisternis overvalt mij en
melancholiek staat op
Tot plots de zon doorbreekt en
klaarheid brengt
Ik ga morgen huilen
als het past

Zekerheid

Ik lig languit in de duinen
dromend, met de zon in mijn hand
De zilte geur van de zee
overspoelt mij met herinneringen
Wanneer een schaduw mij overmeestert
zie ik klaarheid in de droom
Jij bent er nog steeds
als toen, wakend over mij

Nostalgie

De bloemen door het venster gezien
zijn in het glas gekrast
Mijn boek en glas rode wijn
verwarmen het gevoel

Muziek zacht en zomers
een plaatje van CCR
Have you ever seen the rain
De zomers van vroeger
verzachten de kou

Gevoel

Soms heb ik zo’n wantrouwen
in mensen
als een dier dat aan een drinkplas staat en
argwanend rond zich kijkt
Bij het minste geluid of beweging
stap ik achteruit en
verdwijn in de mist

Zij

Zij is als een kruiswoordraadsel
ontbrekende letters die ik moet vinden
steeds weer opnieuw verlangen naar
de oplossing om dan opnieuw te beginnen

Zij is mijn papier voor mijn schrijfsels
bladzijde na bladzijde vraag ik haar
hoe het is om samen met mij
steeds opnieuw te werken aan liefde

Zij is mijn waarzegster voor altijd
in haar hand zie ik lijnen die
mij soms doen huiveren, maar
telkens weer komt de zon te voorschijn

Zekerheid

Wanneer de warme wind zacht blaast en
ik die kan grijpen dan
leg ik die op je lichaam en
laat je genieten van de zachtheid

Pas wanneer je je ogen opent
zal ik de zachtheid vervoegen
en je overladen met tederheid
maar vooral met geborgenheid

Geen enkel natuurelement zal mij
van jouw verwijderen
ook niet een zondvloed en
vooral geen enkele regenbui

Zo ben ik

Je bent altijd een rare gast geweest
zei mijn moeder steeds
Veel mensen beweren dit, maar wie zijn zij
om dit aan anderen te vertellen
Ik hou niet van steeds op het lijntje te lopen
die een ander heeft uitgetekend
Zelf een lijn trekken en
het liefst van al niet te recht
Mensen kijken met rare ogen naar mij
omdat zij graag zouden doen wat ik doe,
maar de ingebakken schuldgevoelens en
schaamte voor wat de anderen zullen zeggen,
dit allemaal houdt hen tegen hun zin te doen
Zelfs praten over de dood en hoe ik die
zelf zal organiseren als mijn aftakeling zich inzet,
zelfs daar kunnen zulke mensen niet mee om
Wat zal ik maar al te blij zijn als
dit alles voltooid is en men
mij niet meer raar zal aankijken

Doorgaan

Zoals vissers vechten tegen
huizenhoge golven
hun buit vastgeklemd en
met volle kracht vooruit

Zoals meeuwen alle kracht nodig
hebben om zich tegen de
noordenwind in naar een
veilig onderkomen te begeven

Zo moeten veel relaties met
hindernissen en verveling een
voorbeeld nemen aan
die van hierboven

Vervelend

Ik trek haar jeansbroek voorzichtig naar beneden
liggend op haar grote deken
Haar slipje blijft kleven aan haar billen
dat doet zij elegant uit

Als betovert kijk ik naar haar schat
verborgen in een nestje
Zachtjes neemt ze mijn hand en
beweegt die alsof het de hare is

Wanneer mijn vingers haar doen kronkelen
volgen die gewillig haar ritme
Tot op het moment dat
haar vader roept

Een droom

ik heb raar gedroomd vannacht
er was bezoek bij mij thuis
vreemd bezoek

al de doden die ik gekend heb
één voor één stapten ze binnen en
iedereen had een briefje bij
die ze mij overhandigden

wanneer ze allemaal weg waren
nam ik de brieven door
ik moest de ramen openzetten
en om lucht happen

nooit uitgesproken woorden
boorden zich diep in mijn hart
een paard klom in de bomen
en zong daar een aria
mussen vertelden mij hoe
tovenaars en heksen mij zochten

Wachten

Mijmerend aan de tafel, denkend
Het tafellaken glad strijkend en
af en toe door het raam glurend
Wachtend op de bezoeker die te laat is en
zoals gewoonlijk, zich niet beseffend dat
ik van stiptheid hou
Met de regelmaat van de klok
voor de kamer lopend
wachtend op zij die misschien
niet op tijd zal komen

Bij jouw

Ik leg mijn jas
over je schouders en
neem je stevig vast

Ik zie je genieten
van het warme moment samen
veilig weg uit de regen

In de winkelgalerij zitten wij
naast elkaar op een bank
Je gezicht ziet witjes
van de koude regen

Je ademt zacht en glimlacht
wanneer ik naar jouw kijk
Je lichaam is aan het opwarmen
er verschijnt een blos op je wangen

Opruimen

Het was koud en bladeren lagen overal
Vastgevroren op de harde grond
Geen hark die het werk kon klaren

Als een mens met gebeitelde zorgen
Die piekert dag in dag uit
Denkend, hoelang kan een mens dit verdragen

Wachtend op de dooi
Om alles op te ruimen
Piekert een mens verder

Stil

Een verwrongen stilte
is die van de zwijgende menigte
Die zichzelf respecteert
en zich erbij neerlegt
Maar die hard in de oren klinkt
als een hamer op een aambeeld

Jouw stilte

Ik hou van de stilte
samen met jou
omdat jij die vult
met rustige muziek

De stille momenten met jou
bezorgen mij warme rillingen
alsof bij de geboorte
van onze kinderen

Laat het nooit na
jouw stilte
te verbannen naar
hels lawaai

Laat mij

Maak mij niet wakker
wanneer mijn pijn wegebt
ook niet als al mijn zorgen
wegglijden in de duisternis

Laat mij verder slapen
als ik de energie verloren heb
die mij voortstuwt om
mijn ergernissen te overwinnen

Laat mij opgaan in rook
wanneer ik de vechtlust
verloren heb om
verder te leven

Maak mij alstublieft
niet wakker om
alles weer opnieuw
te moeten meemaken

Kerst

Een heel klein lichtje schijnt
als een knipoog naar een vriend
Het schittert en groeit
met warmte en een zacht gevoel
Het schijnt feller dan de zon en
graaft zich diep in de harten

Vroeg koud

Ik ben net wakker en
voel mijn lichaam ademen
Niet zoals vroeger
toen alles warmer en lenig was

De tuin zie ik door het raam
nog beneveld door de nacht
die langer wordt en vooral kouder
Of zie ik alles nu anders

Een reactie op Gedichten

  1. Chris zegt:

    Heb genoten bij het lezen van je gedichten

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.