Poëzie
Zachtjes dwingt ze mij lieflijk en
vooral ruw verstorend naar het blad
Woorden die rijkelijk bedruipend maar ook
onbesuisd en subtiel bekorend
hun weg zoeken naar een gedicht
Diep overpeinzend laat ik de stortvloed los en
zonder veel woorden te verdraaien
hap ik naar adem